Er is geen twijfel meer mogelijk — de nieuwe generatie Nederlanders groeit op in een digitaal tijdperk. Zij zijn net zo vertrouwd met technologie als met fietsen door de Jordaan of het geld laden op hun OV-chipkaart. Soms verbaast het me hoe snel jongeren zich ontpoppen tot pioniers. Een perfect voorbeeld hiervan is Cooper Taylor, een 17-jarige Amerikaanse scholier die eigenhandig een VTOL-drone ontwikkelde. Klinkt futuristisch? wacht tot u hoort van de details.
Betaalbare hightech dankzij 3D-printers
Wat Cooper onderscheidt is niet alleen de leeftijd waarop hij dit presteerde. Met een scherp oog voor efficiëntie en kosten — een echte techneut zou hem de Nederlandse “doe-maar-gewoon-mentaliteit” toedichten — ontwierp hij zijn vliegtuigje volledig met 3D-geprinte onderdelen. Daardoor verpulvert zijn VTOL-drone de prijzen van commerciële modellen. Je betaalt voor Coopers design letterlijk een vijfde van vergelijkbare drones, waar je in Amsterdam bij wijze van spreken vijf bakfietsen voor kunt kopen. Het idee dat geavanceerde technologie zo betaalbaar kan zijn? Blijft verrassend, ook in 2025.
Van prototype tot doorbraak
In totaal bouwde Cooper zes prototypes. Alle stappen, van het printen van het hardware tot het programmeren van de besturing en het solderen van printplaten — deed hij in eigen keuken. De man heeft duidelijk lef en technische vingers: zelfs zijn school meldt inmiddels trots dat hij meedoet aan landelijke competities.
Erkenning uit onverwachte hoek
Het harde werk bleef niet onopgemerkt. Op het Youth Science & Humanities Symposium greep hij een beurs van $8.000 in de wacht — volledig gesponsord door het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg hij een extra inspirerend steuntje in de rug: $15.000 van de US Navy. Stelt u zich voor dat Defensie aanbelt met een cheque omdat je zolderproject de internationale aandacht trekt. Zo’n vooruitzicht voelt in Nederland bijna onwerkelijk, maar de boodschap is helder: out-of-the-box denken loont, zeker wanneer je duurzaamheid en betaalbaarheid in de mix gooit.
Wat kunnen wij Nederlanders hiervan leren?
- Gebruik lokale fablabs — 3D-printen is in bijna elke gemeente te vinden, vaak toegankelijk via buurthuizen of universiteiten (denk TU Delft of Hogeschool Arnhem/Nijmegen).
- Durf subsidie aan te vragen — Er zijn in Nederland talloze fondsen en startups hubs, zoals YES!Delft, die innovatief talent direct ondersteunen.
- Begin klein, groots denken mag — Zelfs een karretje op zonne-energie kan de start zijn van het volgende TU/e paradepaardje.
De trend naar ‘hightech for all’ is definitief ingezet. En wie weet — de volgende Cooper Taylor komt misschien gewoon uit Groningen, met een drone boven de hei. Loop dus binnenkort binnen bij het lokale makenlab, want de toekomst print u zelf.