Bioplastics van aardappelzetmeel: duurzame droom of toch niet?
Jarenlang leken bioplastics op basis van zetmeel hét antwoord op het plasticprobleem. Nu blijkt: ook deze ‘groene’ producten kennen dezelfde valkuilen als conventioneel plastic.
Laten we even teruggaan. lang voordat de vraag “wil je een tasje?” verplichte kost werd bij de supermarkt — en voordat de Europese regelgeving de beroemde nieuwe doppen introduceerde — liep ik tijdens een zomerbaantje met tassen van aardappelzetmeel door half Groningen. Iedereen keek verbaasd (een tas van wat?). Maar eerlijk is eerlijk: toen voelde het hoopvol. Iets duurzaams, iets vernieuwends. Bioplastics op basis van zetmeel leken een kleine doorbraak.
Wat zijn bioplastics van zetmeel eigenlijk?
We kennen ze van frietzakken en afhaalbakjes, maar de echte doorbraak kwam toen deze materialen opdoken in voedselverpakkingen, wegwerpservies — en zelfs medische wegwerpproducten. Alles aangemerkt als ‘biologisch afbreekbaar’, en dus per definitie veilig? Niet helemaal, blijkt nu.
De schaduwzijde: nieuwe studie geeft te denken
Recent onderzoek (verschenen in het Journal of Agricultural and Food Chemistry) laat zien dat dieren die deeltjes van dit alternatieve materiaal binnenkrijgen serieuze gezondheidsproblemen ondervinden. Denk aan leverschade en zelfs verstoring van het microbioom in de darmen.
Oftewel, in de exacte woorden van de auteurs: “Zetmeel-gebaseerde bioplastics zijn mogelijk minder veilig en minder gunstig voor de gezondheid dan aanvankelijk werd gedacht.”
Plastics eten: zo ging het onderzoek
Onderzoekers deelden vijftien muizen in drie groepen: één kreeg normaal voer, de andere twee kregen voedsel met kleine deeltjes bioplastic afkomstig uit afgebroken zetmeel. het verschil: de ene groep een lage dosis, de andere een hoge — gebaseerd op de dagelijkse gemiddelde consumptie van een mens. Ze werden maandenlang gevolgd. Al snel doken gezondheidsproblemen op.
Wat werd er gevonden?
Muizen die veel bioplastic binnenkregen, bleken beschadigde organen te hebben (waaronder lever en eierstokken), problemen met de suikerhuishouding én ontregelde genetische processen.
“Langdurige blootstelling aan zelfs lage doses zetmeel-microplastics leidt tot een breed scala aan gezondheidsgevolgen. Van verstoorde biologische klok tot problemen met suiker- en vetstofwisseling,” legde hoofdonderzoeker Yongfeng Deng uit tijdens een presentatie bij de American Chemical Society.
Moeten we zich zorgen maken?
Korte antwoord: ja en nee. De onderzoeksresultaten zijn zeker niet geruststellend, al is paniek niet nodig. Ze lijken trouwens veel op wat we al zagen bij traditioneel plastic, mocht het onderzoek worden bevestigd. Daarbij is dit slechts een eerste, kleinschalige studie en moeten de uitkomsten met gezond verstand bekeken worden.
Wat nu?
Voor mij is dit nieuws vooral een wake-up call. We moeten voorzichtig blijven met voorspellingen over zogenaamd ‘veilige’ alternatieven. Nieuwe materialen ontwikkelen – daar hoort gedegen, kritisch onderzoek bij. Het is stiekem ook een oproep aan overheid en industrie: blijf testen, blijf kritisch.
Wie weet ligt het écht duurzame alternatief gewoon nog op de plank bij een klein laboratorium in Tilburg. Tot die tijd: blijf kritisch, lees goed wat er in je plastic (of bioplastic) zit — en deel deze kennis vooral met vrienden en collega’s.