In een wereld waarin wereldwijde dreigingen als klimaatverandering, nucleaire conflicten of natuurrampen anno 2025 steeds meer op de loer liggen, klinkt het als sciencefiction om na te denken over pure overleving. Toch nemen experts dat uiterst serieus. Zo onderzocht een team van de Universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland welke voedingsmiddelen het beste kansen bieden als we ooit met een apocalyptisch scenario worden geconfronteerd. het resultaat? Niet uw standaard noodvoorraad met linzen en rijst, maar een paar verrassende alternatieven, toegespitst op extreme klimaatsituaties.
Hun onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift PlosOne, analyseert welke gewassen de meeste mensen in leven kunnen houden wanneer gewone landbouw plotseling niet meer werkt. Daarbij keken ze naar data over stadslandbouw en de minimale hoeveelheid aarde die je per persoon per jaar nodig hebt om letterlijk te blijven leven. Spoiler: erwten scoren extreem goed bij normale omstandigheden, terwijl spinazie en rode biet het beste uit de bus kwamen voor een nucleaire winter.
Welke voedingsmiddelen zijn onmisbaar bij een apocalyps?
Veel mensen denken bij overlevingsvoedsel al snel aan supersterke, makkelijk te verbouwen gewassen. Maar de realiteit blijkt toch een tikkeltje anders: de effectiviteit draait niet per se om smaak of om hoeveel land een bepaalde plant vraagt — maar vooral om weerbaarheid en voedingswaarde.
Volgens de onderzoekers zijn met name spinazie en rode biet de winnaars wanneer een nucleaire winter dreigt. Dit zijn winterharde gewassen die schaduw en kou zonder probleem overleven én die vaak geen volle zon nodig hebben om te groeien — best handig als het zonlicht dagenlang wegblijft, wat experts bij nucleaire rampen verwachten.
Bij zo’n nucleaire winter is de lucht gevuld met rook en as. Daardoor bereikt nauwelijks nog zonlicht de grond, wat veel ‘normale’ planten meteen uitschakelt. Maar spinazie en rode biet zijn uitzonderingen: ze gaan prima onder lastige omstandigheden, groeien snel en bevatten verrassend veel voedingsstoffen.
Nog een voordeel: deze planten groeien op arme grond, dus zelfs als de landbouwgrond in Nederland (of gewoon ergens rond Den Haag) nauwelijks te bewerken is, bieden ze uitkomst.
Eén van de meest opvallende uitkomsten van het onderzoek is de vraag: hoeveel vierkante meters heeft een gemiddeld persoon eigenlijk écht nodig voor zijn eten? Stel u voor: na een ramp als een kernoorlog of een meteoorinslag is er nauwelijks nog bruikbare ruimte. Dan telt elk stukje tuin. Het Otago-team keek daarom specifiek naar gewassen die én voedzaam zijn én weinig plek vragen.
Erwten bleken in stadsomstandigheden ongekend efficiënt. Met slechts 292 vierkante meter per persoon per jaar kunt u zich hiermee een heel jaar voeden — dat is echt weinig als u bedenkt hoe klein veel Nederlandse achtertuinen zijn. En met het hoge eiwitgehalte en het feit dat erwten in het vrij milde Nederlandse klimaat prima gedijen, is deze keuze logisch. Helaas: erwten kunnen slecht tegen kou, dus bij extreme vorst laten ze het afweten.
Verandert het klimaat plots — zoals bij een nucleaire winter — dan worden andere gewassen ineens de hoofdmoot. In dat scenario adviseert het onderzoeksteam een combinatie van tarwe en wortelen. Simpel, maar effectief: tarwe levert energie (koolhydraten), wortels zijn een bron van vitamines en mineralen. En beide gewassen houden van kou.
Volgens het Otago-team ligt de ideale verhouding rond de 97% tarwe en 3% wortel, gerekend naar het landoppervlak. die mix blijkt in noodgevallen alles te bieden wat nodig is. Het voordeel? Tarwe en wortels doen het ook op kleinere oppervlaktes, wat in de krappe ruimtes van onze steden een absoluut pluspunt is.
Het onderzoek onder leiding van Matt Boyd laat dus niet alleen zien welke specerijen u voor nood op voorraad moet hebben, maar zet ook een discussie op scherp: hoe bereiden wij als maatschappij ons eigenlijk voor op het ondenkbare? Kiezen we voor variatie op de plank — of voor voedselzekerheid onder de meest bizarre omstandigheden? Feit blijft: een beetje spinazie en rode biet in uw tuin is geen gek idee, mocht het ooit écht misgaan.