Een onverwachte vondst in het noorden van Engeland
Stel het u voor: u graaft in een eeuwenoude gracht, grijs weer boven het uitgestrekte Northumberland — en ineens haalt u een leren schoen van bijna 2.000 jaar oud boven water. Niet zomaar een schoen, maar een model waarvan de zool maar liefst 32 centimeter meet. Dat komt neer op maat 48 volgens onze standaarden van 2025. Best indrukwekkend voor Romeinse begrippen, zeker als je bedenkt dat de gemiddelde legionair eerder een stuk kleiner uitviel.
Hoe lang waren Romeinen eigenlijk?
Het precieze antwoord blijft gissen, want lengte werd in de Romeinse tijd weinig vastgelegd. Toch laten kale cijfers uit opgravingen in Pompeii en Herculaneum zien dat Romeinse mannen doorgaans 1,65 tot 1,70 meter lang waren — vrouwen zo’n 1,52 tot 1,60. Bij het Romeins leger draaide het er meer om dat de zwaarste cavalerie bestond uit reuzen van minstens 1,71 meter. Na het jaar 364 werd die minimumlengte trouwens bijgesteld naar 1,65 meter.
Dat zet de vondst van deze schoenen ineens in een opmerkelijk daglicht. Wie droeg zo’n fors exemplaar rond 200, aan de rand van het rijk?
Wat maakt deze vondst zo bijzonder?
Het team van Project Magna, dat dit voorjaar opnieuw ging graven bij het gelijknamige fort, trof de reuzenschoen aan in een zogenoemde ‘ankle breaker’ — een venijnige greppel die bedoeld was om vijanden vast te laten zitten in de modder. De locatie alleen al is opmerkelijk: sommige delen van de gracht zijn sinds de Romeinse tijd nauwelijks aangeraakt.
Naast het grote paar werden nog twee andere schoenen én leren resten gevonden. Omdat er nauwelijks zuurstof in de bodem was, is het leer bijzonder goed bewaard gebleven. Zo’n sandaal — persoonlijk en doorleefd — brengt de bewoners van Manus plots dichterbij dan een inscriptie ooit kan.
Het verhaal achter fort Magna
Magna, of Carvoran zoals het destijds ook heette, maakte deel uit van een hele reeks verdedigingswerken ten noorden van de beroemde Muur van Hadrianus. Na de bouw van die muur, rond het jaar 122, breidden de Romeinen hun militaire netwerken in Brittannië flink uit. Magna lag ongeveer elf kilometer ten westen van Vindolanda, een plek die nog altijd bekend staat om zijn uitzonderlijk goed bewaarde houten schrijfplankjes.
Wat leren we van de schoenen?
Twee van de drie schoenen verkeren in verrassend goede staat. De grootste draagt nog duidelijk ijzeren spijkers in de zool — typisch Romeins vakmanschap. Meerdere laagjes leer werden met riempjes, draad en spijkers samengebonden tot een stevige sandaal. Toch ontbreekt een deel van de neus, dus het kán dat hij nog groter was.
Het compleetste exemplaar werd onderin de greppel gevonden. Meteen was duidelijk: dit is bijzonder groot. “Zou dit de grootste schoen uit de collectie van de Vindolanda Trust zijn?” vraagt archeologe Rachel Frame zich hardop af in het opgravingsdagboek.
Wie droeg deze mega-sandaal? En wat nu?
De komende periode gaan experts op het gebied van Romeins leder de vondsten grondig bestuderen. Want—wie liep er over de noordgrens van het rijk op zulke schoenen rond? Was het een lokale reus of misschien een soldaat uit verre streken?
Terwijl de stenen, schoenen en vergeten greppels hun geheimen prijsgeven, blijft Magna een fascinerende plek voor archeologen en liefhebbers van het Romeinse verleden. Met elke schop omhoog komt een stukje geschiedenis boven — soms letterlijk met een maatje meer.