Waterstof maken uit gerecyclede frisdrankblikjes en zeewater — het klinkt als een goed verhaal voor een vrijdagavond, maar in 2025 is het ineens bloedserieus. Onderzoekers van MIT brachten deze onverwachte combinatie tot leven. deze ontdekking kan mobiliteit groener én goedkoper maken, en zelfs afval waarde geven. Best wel de moeite waard om bij stil te staan, zeker in een tijd waarin iedereen zoekt naar écht schone brandstoffen.
Waterstof uit restafval — hoe werkt dat eigenlijk?
Waterstof wordt vaak gepresenteerd als dé sleutel tot duurzame energie. Maar eerlijk is eerlijk: nog steeds komt het grootste deel van de wereldwijde waterstofproductie vanuit fossiele brandstoffen. Dat is verre van schoon. Nu heeft een team van MIT-ingenieurs een manier gevonden om waterstof goedkoop, schoon en op grote schaal te maken — en dat gewoon uit iets simpels als lege blikjes Cola en wat water uit de Noordzee.
De truc zit hem in een ogenschijnlijk simpel chemisch proces — eentje dat tot nu toe lastig op te schalen was. Puur aluminium reageert namelijk explosief met water en maakt dan waterstof. Probleem is alleen: zodra aluminium even buiten ligt, vormt er zich direct een laagje oxide en dan houdt het feest op. De MIT-onderzoekers kraken dit op slim Hollands: aluminium wordt behandeld met een zeldzame mix van gallium en indium, die dat beschermlaagje gewoon oplost. Meng je dit daarna met zeewater? Je ziet het direct borrelen — waterstof komt vrij. En het zout in het zeewater maakt het recyclen van die speciale legering ook nog goedkoper en makkelijker. Scheelt weer in de portemonnee.
Extreem lage CO₂-uitstoot — cijfers die tellen
De onderzoekers zetten alles op alles om niet alleen het laboratorium te blijven. Ze keken kritisch naar de complete levenscyclus — van het ophalen van het blikje tot de levering van waterstof. Het resultaat: per kilo waterstof via deze methode komt er slechts 1,45 kg CO₂ vrij, tegenover 11 kg voor traditionele methodes op basis van fossiele energie. Deze techniek staat daarmee op hetzelfde niveau als waterstof gemaakt met wind- of zonne-energie — maar dan mét het voordeel dat je werkt met afval en een bodemloze bron: de zee.
Voor wie zich afvraagt wat je er concreet aan hebt: één kilo waterstof is goed voor 60 tot 100 kilometer rijden in een waterstofauto, afhankelijk van hoe zuinig die auto is. De productiekosten zijn zo’n 9 dollar per kilo — dat is vergelijkbaar met andere duurzame technieken, maar dan met een duidelijk voordeel qua logistiek. In plaats van het risicovolle transport van samengeperste waterstof, kun je gewoon kant-en-klare aluminiumpellets vervoeren. Op het tankstation aan de kust hoef je alleen nog wat zeewater toe te voegen om ter plekke waterstof te maken. Handiger kunnen ze het niet maken—wel leuker.
Van lab naar praktijk — en verder
De techniek is allang niet meer alleen iets uit een lab in Boston. De groep heeft al een reactor ontwikkeld ter grootte van een halve liter Spa-fles — groot genoeg om een e-bike urenlang aan de gang te houden. Ook hebben ze een miniatuurauto op deze brandstof laten rijden en wordt er nu geëxperimenteerd met toepassingen voor boten of zelfs onderwaterdrones op de Waddenzee.
En, opvallend genoeg: het proces laat ook nog een waardevol restproduct achter. Tijdens de waterstofproductie ontstaat boehmiet, een mineraal dat in de elektronicabranche én voor chipproductie gebruikt wordt — iets waar ASML uit Veldhoven misschien zijn voordeel mee kan doen. De opbrengst van deze grondstof kan de totale brandstofprijs dus nog verder verlagen.
Waarom dit ertoe doet voor Nederland (en jou)
Waterstof uit afval en onze eigen zee — het klinkt bijna te goed om waar te zijn. Toch zijn de cijfers overtuigend en de praktijkproeven lopen al. Dit soort vindingen maken de overstap naar waterstofmobiliteit voor iedereen (eindelijk) haalbaar. Met slimme chemie, afvalinzameling én onze eigen Noordzee kunnen ook kleine lokale tankstations straks groene brandstof leveren. Wie weet zie je straks bij Shell in Den Helder of GreenFlux aan het IJ zeewater de hoofdattractie worden.
Wat je onthoudt: echte innovatie zit soms in het onverwachte — een leeg blikje, wat zeewater, en opeens rij je de toekomst tegemoet.