Heeft u ooit écht nagedacht over de temperatuur van uw koelkast? We nemen dit apparaat vaak als vanzelfsprekend – hij staat er altijd, houdt onze boodschappen koel, en voorkomt dat kaas van de Albert Heijn van smaak verandert. Maar weet u precies op welk cijfer de thermostaat moet staan voor optimale houdbaarheid en smaak? Hier zijn praktische tips waar ikzelf ook vaak op terugval.
Wat is nu écht de ideale temperatuur voor uw koelkast?
Volgens het Nederlandse Voedingscentrum – en ook de Europese voedselveiligheidsnormen – hoort de koelkast tussen 0 °C en 4 °C ingesteld te zijn. Die bandbreedte voorkomt bacteriegroei en houdt vooral salmonella, die zich vanaf 5 °C lekker begint te vermenigvuldigen, op afstand.
Zeker deze zomermaanden — als het kwik soms boven de 30 °C reikt of u geregeld de koelkast opentrekt (wie kan dat na een dag strand in Zeeland weerstaan?) — moet u extra scherp zijn op de juiste temperatuur. maak het uzelf niet moeilijk: check regelmatig even of hij niet (langdurig) boven die 4 °C uitkomt.
Let er ook altijd op dat u geen warme maaltijden direct in de koelkast zet. Dat is zo’n typisch haastklusje (“ik ruim wel even op!”) dat zorgt voor temperatuurwisselingen en dus risico’s — ik trap er zelf soms nog in na een drukke dag.
Hoe stelt u de thermostaat van uw koelkast goed in?
Bij moderne koelkasten met digitaal display is het kinderspel: één druk op de knop en klaar is Kees. Hebt u nog een ouder – misschien zelfs uit de tijd dat V&D nog bestond – model met zo’n draaiknop? Gebruik dan de simpele 60%-regel.
Even praktisch, zo doet u dat per type indeling:
- Heeft u een knop van 1 tot 5? Zet hem op stand 3.
- Bij 1 tot 7: stand 4.
- Bij 1 tot 10: ga voor stand 6.
Twijfelt u toch? Een koelkastthermometer bij Blokker kost een paar euro en geeft meteen uitsluitsel, vooral met oude modellen van vóór 2002 (latere types hebben meestal al een display). Zelf heb ik er standaard eentje liggen – handig én geruststellend.
Staan uw producten eigenlijk wel op de juiste plek in de koelkast?
De juiste temperatuur instellen is stap één, maar minstens zo belangrijk is wáár u uw eten neerlegt. Elke zone in een koelkast verschilt subtiel van temperatuur — dat is nu eenmaal hoe deze apparaten werken. Weet u waar de kipfilet van de Lidl hoort, en waar de Geitenkaas uit Noord-Holland het best blijft?
- Vlees en vis: altijd op de onderste plank; daar is het het koudst en lekken richting andere producten wordt zo voorkomen.
- Zuivel (kaas, melk, yoghurt): het midden is ideaal: stabiele temperatuur, geen verrassingen.
- Groente en fruit: gebruik de groentelade onderin — ze blijven er knapperig en vochtig in hun eigen ‘micro-klimaat’.
- Kant-en-klare maaltijden: achterin op het bovenste of middenplateau, daar blijft het het koelst voor direct gebruik.
Met zo’n indeling voorkomt u niet alleen verspilling (vooral handig in 2025, met de prijzen van boodschappen…), maar beperkt u ook het risico op voedselvergiftiging tot een minimum.
Kleine controles voor maximale versheid
Heeft u regelmatig het idee dat de koelkast ineens warmer is? Dat hoeft niet aan de instelling te liggen! check altijd de rubbers langs de deur en of alles goed afsluit. Een oud of vies deurrubber doet vrijwel direct afbreuk aan het binnenklimaat.
En misschien overbodig, maar het kan niet vaak genoeg gezegd: zet nooit hete gerechten in de koelkast. Eerst even laten afkoelen op het aanrecht — het voorkomt schommelingen en houdt uw eten langer goed.
Welke tips gebruikt u om de koelkast zo efficiënt mogelijk te laten werken? Heeft u nog een gouden tip die ooit van een buurman uit Rotterdam kwam? Laat gerust een reactie achter: uw ervaring maakt het voor andere lezers — én voor mij —net weer wat praktischer.