Al eeuwen zijn tatoeages een teken van identiteit, kracht en zelfs verzet. Je huid voorzien van symbolen – dat is altijd meer geweest dan versiering: het vertelt een verhaal, markeert een overgang of roept juist bescherming op. We wisten dat de Maya’s aan deze kunstvorm deden, maar het exacte gereedschap? Tot nu toe was er geen fysiek bewijs. Nu wel.
Een internationaal team van archeologen uit de VS en Denemarken bracht letterlijk stof doen opwaaien binnen de vakwereld: ze vonden twee prachtig bewerkte stenen beitels. En ze zijn zeker: deze werden meer dan 1500 jaar geleden gebruikt om te tatoeëren.
– Unieke Maya-tattoo tools aangetroffen in een grot
De vondst vond plaats diep in de jungle van Belize, in de grot Actun Uayazba Kab. Volgens de Maya’s was dit een poort naar de onderwereld – je voelt bijna de mystiek als je er bent. De archeologen hadden niet verwacht dat deze “breekbaar uitziende” stenen zulke scherpe randen zouden hebben en dat ze sporen van zwart pigment dragen – waarschijnlijk roet of houtskool.
Volgens het onderzoeksteam onder leiding van W. James Stemp laten deze werktuigen heel duidelijke gebruikssporen zien: ze zijn onmiskenbaar geschikt voor het herhaaldelijk perforeren van huid, niet voor hout of bot. “Tatoeëren door prikken betekent: direct pigment met een scherpe punt in de huid brengen,” zo leggen de wetenschappers uit.
De voorwerpen lagen opvallend genoeg op een hoge rand boven een reeks natuurlijke waterbassins binnen de grot – een setting vol symboliek en ritueel karakter.
Gezien de plek en het onderzoek zijn de archeologen ervan overtuigd: deze gereedschappen werden gebruikt bij heilige ceremonies, waarschijnlijk voor mensen met status of religieuze betekenis. Interessant detail — ze werden ná de tattoo-sessie expres gebroken en als offer neergelegd.
Tot voor kort moesten we het vooral doen met Spaanse kronieken en oude Maya-kunst – denk aan stèles, beeldjes of houtsnijwerk. Spaanse conquistadores schreven dat de mannen tattoos droegen als daad van moed — vrouwen meer uit schoonheid. Populaire motieven waren slangen, adelaars en typische hiërogliefen. Soms stond een tattoo zelfs voor straf of boetedoening.
Hoe zagen Maya-tatoeages er eigenlijk uit?
Decoratief waren die tatoeages nauwelijks. Ze verwezen naar goden, heilige dieren, heldendaden, afkomst, belangrijke mijlpalen. Met bijvoorbeeld een jaguar op de borst liet je kracht zien. Een symbool op je voorhoofd toonde je rang. Het waren blijvende tekens — gezet door pijn, maar altijd met een reden.
Het tattooproces was nogal ‘basic’. Eerst werd het gewenste ontwerp op de huid geschetst. Daarna werden pigment en kleurstof met scherpe botten, doorns of stenen in de huid geprikt. Anders dan lichaamsverf, die langzaam verdwijnt, is tatoeage voorgoed — een visueel statement voor het leven (soms nog langer…).
Het bijzondere van deze vondst is dat er nu eindelijk tastbaar bewijs is na eeuwen van gissen en speculatie. “Tatoeages waren niet alleen persoonlijk, maar ook sociaal en ceremonieel,” concluderen de onderzoekers.
De context, de slijtage aan de tools, het gevonden pigment — alles wijst erop dat de Maya’s hun tattoos inzetten als onderdeel van iets groters. Een rite, een belofte, of misschien zelfs een blijvend litteken voor het onzichtbare — de oversteek tussen werelden.