Voor het eerst in de geschiedenis is het onderzoekers gelukt om het licht van de kosmische dageraad vast te leggen met een telescoop op aarde — een ontdekking die rechtstreeks terugblikt naar ruim 13 miljard jaar geleden. In deze mysterieuze periode ontstaken de eerste sterren, die sindsdien de loop van ons heelal bepaalden.
Waarom was dit zo lastig?
Het overgrote deel van dit oeroude licht bestaat uit zwakke millimetergolven. Hier in Nederland — en eigenlijk overal op aarde — worden die signalen bijna volledig overstemd door de elektromagnetische ruis in onze eigen atmosfeer. Tot nu toe konden alleen telescopen buiten onze planeet een glimp opvangen van deze kosmische sporen.
Maar dankzij het Cosmology Large Angular Scale Surveyor (CLASS) project, met een revolutionaire telescoop hoog in de Andes in Chili — op ruim 5 kilometer hoogte, trouwens — is het onderzoekers nu toch gelukt. Op 11 juni 2025 verscheen hun doorbraak in het gezaghebbende vakblad The Astrophysical Journal.
Hoe werkt dat?
De CLASS-telescoop, voor het eerst actief sinds 2016, kijkt niet alleen naar wel 75% van de sterrenhemel, maar doet dat ook bij microgolf-frequenties waar ons oog het laat afweten. zo vingen de onderzoekers eindelijk het zwakke signaal op van het oudste licht in het heelal, de zogeheten cosmic microwave background (CMB).
- De telescoop staat strategisch in de Atacama-woestijn, Noord-Chili — een plek waar het KNMI jaloers op zou zijn vanwege het heldere zicht.
- De hoogte beperkt storende invloeden van de dampkring en maakt de metingen mogelijk.
Wat fascinerend is: ongeveer 380.000 jaar na de Big Bang bestond het heelal uit zo’n dicht wolkje elektronen, dat licht er niet eens doorheen kwam. Pas toen het flink afkoelde, konden protonen en elektronen waterstofatomen vormen en werd het universum “transparant” voor licht.
De ontbrekende puzzelstukjes van de kosmos
In die jonge jaren vormden zich de eerste sterren — hun licht reioniseerde grote wolken waterstofgas. Als resultaat daarvan raakten sommige microgolf-fotonen gepolariseerd door botsingen met elektronen. En precies dit gepolariseerde signaal zochten de CLASS-onderzoekers. zonder die informatie blijft onze kosmische tijdlijn vaag als een slecht afgestelde radio.
Kan het niet gewoon vanuit de ruimte?
Ruimtetelescopen deden eerder al knappe pogingen — denk aan de WMAP van NASA of het Europese Planck-project. Maar zo’n satelliet heeft één nadeel: je kunt hem niet bijstellen zodra hij rondjes draait om de aarde. Het signaal bleef lang ruisachtig.
Door de nieuwe vergelijking tussen CLASS-gegevens en die van WMAP en Planck konden de wetenschappers het eerste betrouwbare signaal van reionisatie isoleren. Dat brengt ons een stuk dichter bij een helder beeld van het prille universum.
Oké, maar: waarom is dit eigenlijk belangrijk?
Elke precisieverbetering bij het meten van de kosmische achtergrondstraling helpt ons ontzettend veel. Het leert ons meer over donkere materie, mysterieus als een Utrechtse mistbank, en over neutrino’s: spookachtige deeltjes die juist in Amsterdamse labs vaak onderwerp zijn van onderzoek.
Het universum is, zoals de experts zeggen, ons grootste natuurkundig laboratorium. Elke nieuwe meting is stap dichter bij het ontrafelen van vragen waar we hier in Nederland — op bijvoorbeeld seminaries van de Universiteit Leiden of Radboud — al decennia onze tanden in zetten. met meer data uit CLASS verwachten de onderzoekers de komende jaren nog scherpere inzichten.
En nu?
De ontdekking betekent een enorme sprong voorwaarts voor de kosmologie, ook dicht bij huis. De technieken waarmee de sterrenkundigen dit voor elkaar kregen, kunnen zelfs spin-offs opleveren voor andere takken — van medische technologie tot satellietcommunicatie.
Wie weet levert een wetenschapper uit Groningen straks de volgende ‘mindblowende’ kosmosdoorbraak. Tot die tijd: een klein stukje licht uit het verleden, nu voor het eerst eindelijk zichtbaar gemaakt op onze eigen planeet.