Vloeibare stikstof is gemakkelijker op te slaan en te vervoeren. Het wordt steeds vaker genoemd als duurzaam alternatief voor de huidige elektrische aandrijving. Bovendien groeit deze techniek razendsnel uit tot een van de meest veelbelovende oplossingen voor duurzame mobiliteit.
We zitten midden in de overgang naar elektrisch rijden en waterstof probeert zijn plekje op de markt te vinden. Maar er is een andere technologie, eentje die nog relatief onbekend is, die mobiliteit compleet op zijn kop kan zetten: een motor die geen fossiele brandstoffen nodig heeft en geen zware accu’s meesjouwt. Het draait allemaal om kou. Extreme kou zelfs.
De brandstof? Vloeibare stikstof. En die heeft een unieke eigenschap: Wanneer vloeibare stikstof gas wordt, expandeert het tot wel 700 keer het oorspronkelijke volume. Die kracht – volledig schoon – is genoeg om een auto voort te stuwen zonder dat er vervuilende uitlaatgassen vrijkomen.
Het klinkt als sciencefiction en nog ver weg, maar deze techniek is al volop in ontwikkeling bij bedrijven die zich richten op schone energie. Steeds meer ingenieurs, investeerders en autofabrikanten kijken er met veel belangstelling naar.
Vloeibare stikstof: krachtige en schone energie uit pure kou
Tot nu toe werd duurzame mobiliteit vooral gezien als een keuze tussen twee smaken: elektrische auto’s met lithium-accu’s, of waterstof. Maar waterstof blijft duur en logistiek ingewikkeld.
Elektrische voertuigen hebben hun voordelen, maar de accu’s zijn nog steeds prijzig, zwaar en vormen milieuproblemen bij productie en recycling. Waterstof is lastig op te slaan, vereist een heel eigen infrastructuur en strenge veiligheidsmaatregelen voor transport en opslag.
Er is nu een derde, grotendeels onbekende, optie: motoren op vloeibare stikstof. Geen verbranding, geen ingewikkelde chemie, geen complexe laadnetwerken. Enkel pure kou – en lucht – zijn nodig.
Leuk feitje: stikstof is het meest voorkomende gas in onze atmosfeer. Onder de -196°C wordt het vloeibaar en dan zou het zomaar de schone brandstof van de toekomst kunnen zijn.
Het hele geheim zit in temperatuur. Wordt vloeibare stikstof verwarmd, dan ‘ontploft’ het direct tot gas en zwelt het volume met een factor 700. Die plotselinge expansie levert flinke druk op, waarmee je bijvoorbeeld een zuiger kunt aandrijven – en dus een voertuig in beweging brengt.
Mooi detail: de enige ‘uitstoot’ is stikstofgas. Precies het spul dat we toch al inademen. Geen CO2, geen stikstofoxiden, geen fijnstof. Kortom, écht schone mechanische energie.
Hoe werkt deze motor?
Het Britse Dearman was een van de eersten met een werkend model gebaseerd op dit natuurkundige principe. Hun oplossing gooit het over een andere boeg dan brandstofcellen of zware lithium-accu’s: ze bouwen een zogenaamde uitzettingsmotor.
Het idee is slim – vloeibare stikstof wordt met een warme vloeistof in aanraking gebracht. Door die hitte verdampt de stikstof explosief, zet uit, en drijft een zuiger aan.
Dat levert mechanische energie op waarmee je auto kunt rijden. In tegenstelling tot andere technologieën: geen risico op chemische explosies, geen laadpalen, geen schadelijke uitstoot. Het systeem is stil, veilig en efficiënt — klinkklare nuchterheid, typisch ook voor hoe Nederlanders naar techniek kijken.
En er zijn meer pluspunten. Stikstof wordt in de industrie al massaal geproduceerd en getransporteerd. Dus er staat al een distributienetwerk – in Amsterdam of Groningen kun je het zonder veel nieuwe investeringen aansluiten. Ook belangrijk: Stikstof wordt uit gewone lucht gehaald, dankzij elektriciteit, dus je kunt volledig overstappen op groene energie en produceren wanneer stroomovercapaciteit is. Zo blijft de ecologische voetafdruk superlaag.
Tanken? Dat gaat verrassend snel. Volgens leveranciers kun je meer dan 100 liter vloeibare stikstof per minuut overpompen. Dat haalt het makkelijk bij of overtreft zelfs conventioneel tanken met diesel of benzine.
Daar komt bij: omdat je geen batterijen nodig hebt en de aandrijving een stuk eenvoudiger is, valt het autogewicht lager uit en wordt het ineens super interessant voor bedrijfsvoertuigen, stadsbussen of distributie in drukke gebieden. Stel je eens voor: een vuilniswagen in Rotterdam, volkomen geruisloos en zonder uitstoot.
Uitdagingen en hoe het verder kan gaan
Natuurlijk, er zijn ook hobbels. De grootste: opslag. Je moet vloeibare stikstof onder min 200 graden in speciale, super geïsoleerde tanks bewaren. Dat is flink duurder dan een gewone benzinetank en maakt de overstap voor particulieren op korte termijn minder logisch.
En hoewel er al een paar prototypes rijden, ontbreekt grootschalige praktijkervaring. Er zijn nog aanpassingen nodig in wet- en regelgeving, én meer investeringen om de efficiëntie van het systeem naar de next level te tillen.
Toch schiet de ontwikkeling nu in de hoogste versnelling. Betere isolaties, sterkere materialen en slimme ontwerpen maken het allemaal steeds realistischer. Dearman haalde bijvoorbeeld in het VK op echte routes succesvolle testritten. En de roep om alternatieven voor fossiele brandstoffen klinkt in steden als Den Haag of Utrecht almaar luider.
Veel Nederlanders zijn kritisch, maar als deze techniek burgerlijk praktisch blijkt – geen poespas, lage kosten, minimale uitstoot – zou het weleens verrassend snel kunnen doorbreken. Wie weet, tanken we over tien jaar op de A2 gewoon vloeibare stikstof.