Elk jaar gebruikt een Nederlander gemiddeld 26 kilo textiel — en gooit bijna 11 kilo daarvan weg. Als je bedenkt dat de textielindustrie wereldwijd verantwoordelijk is voor 10% van de uitstoot van broeikasgassen — méér dan de luchtvaart en scheepvaart bij elkaar — schrik je toch wel even. Fast fashion zorgt ervoor dat kledingproductie blijft stijgen, terwijl de stapels textielafval blijven groeien. Minder dan 1% van alle gedragen kleding wordt hergebruikt. De rest — en dat zie je bijvoorbeeld in Rotterdam of Utrecht — wordt meestal verbrand, omdat textiel vaak uit een mix van vezels bestaat, zoals katoen, polyester of elastaan. Die uit elkaar halen? Dat is allesbehalve simpel.
Paddenstoelen als afvalopruimers: hoe Belgen het slim aanpakken
Het Belgische bedrijf Novobiom pakt dit probleem op een heel bijzondere manier aan: hun oplossing — zet schimmels aan het werk om textielvezels biologisch af te breken en zo nieuwe waarde te creëren. Jean-Michel Scheuren, medeoprichter van Novobiom, wil laten zien dat het anders kan. “Je hoeft je oude kleding echt niet allemaal te verbranden of dumpen op een afvalberg bij Lelystad”, zegt hij, “je kunt nog zoveel meer met die materialen.”
Van vervuilde grond naar oude matrassen
Wat begon als een project om vervuilde bodem te zuiveren met schimmels, werd — na een samenwerking met Eco Maison (bekend in de recycling van meubels in België) — een veelbelovende textielrevolutie. Matrassen? Niet het binnenwerk is het probleem, maar juist de bekleding ervan. Vaak belandt die alsnog in de verbrandingsoven. Hoe haal je bijvoorbeeld polyester weer uit zo’n matras? Het team vroeg zich af: “Kunnen we schimmels inzetten om die vezels op biologische wijze te scheiden?” Ze testten ruim 60 soorten paddenstoelen en ontdekten: het werkt. Schimmels kunnen in een paar weken biosurfactanten produceren — dat zijn moleculen die je ook terugvindt in schoonmaakmiddelen, verf, cosmetica en zelfs landbouwproducten. Zo wordt wat eerst afval was, ineens weer waardevol.
Het recyclingsproces in een notendop
- Eerst koloniseren de schimmels het textiel, dat duurt 2-3 weken
- Daarna wordt alles geperst om de waardevolle moleculen (tensiden) te oogsten
- De resten? Die gaan verder in een biogasinstallatie, waar het organisch materiaal wordt omgezet in groen gas
- Wat overblijft zijn de synthetische vezels — perfect geschikt om opnieuw te recyclen tot bijvoorbeeld polyester garen
Tijdens gesprekken met andere circulariteitsprojecten — bijvoorbeeld in Brabant of Groningen — blijkt dat iedere soort schimmel weer andere interessante moleculen maakt. Novobiom experimenteert nu volop met verschillende textielmixen en hoopt binnen twee jaar alles industrieel op te kunnen schalen. Inmiddels zijn er zes patenten vastgelegd.
Duurzaamheidsuitdagingen én kansen
Sinds begin 2025 mogen textielresten in Nederland niet meer bij het gewone afval — dankzij Europese regelgeving. Het aanbod barst los, sorteercentra lopen vol. Daarbovenop komt dat fast fashion veel goedkoop textiel oplevert, dat lastig tweedehands te verkopen is. Het invoeren van écht circulaire systemen is duur en technisch nogal een puzzel. Hierin ziet Novobiom een kans: zij werken aan het eind van de keten, als alles écht niet meer verder kan. Met hun methode reduceren ze de uitstoot van broeikasgassen — simpelweg door te voorkomen dat fossiel textiel in de oven belandt.
Wat brengt de toekomst?
Het doel van Novobiom? In 2030 willen ze meer dan 100.000 ton textiel per jaar recyclen. Tuurlijk — ze gaan het afvalprobleem niet alleen oplossen. Maar als meer bedrijven, zoals Renewi of Sympany, vergelijkbare technologie durven in te zetten, kan het snel gaan. Het belangrijkste: laat zien dat het anders kan, als je een beetje out-of-the-box — of beter gezegd, out-of-the-kast — durft te denken.
Wie weet? Over een paar jaar hangt je oude spijkerbroek misschien als innovatief chemisch ingrediënt in de schappen van je favoriete shampoo.
Praktische tip: Lever je oude textiel gescheiden in bij de lokale milieustraat — of check of jouw gemeente meedoet aan pilots met circulaire textielrecycling. En ja, zelfs gescheurde kleding kan zo een nieuw leven krijgen.