Een klein detail met een grote geschiedenis: de streepjes op je toetsenbord. Ze zijn er al sinds mensenheugenis — maar eerlijk, hebt u er ooit echt aandacht aan besteed? Drie toetsen, namelijk de F, J en de 5 (zowel bovenin als op het numerieke gedeelte rechts), zijn gemarkeerd met een voelbare lijn. Dit is geen willekeurige versiering: deze lijnen zijn een erfenis uit de tijd van de typemachines uit de twintigste eeuw en hebben een hele praktische functie.
Zoals u misschien weet, werd typen vroeger als een serieuze vaardigheid gezien die je moest leren — dat gold op de oude Remington-machines én nu nog steeds op je moderne werkplek in Amsterdam of Rotterdam. Die voelbare streepjes op de F, J en 5 zorgen ervoor dat je vingers automatisch de juiste basispositie op het toetsenbord vinden zonder dat je naar beneden hoeft te kijken. Daar draait het om: sneller en nauwkeuriger typen, puur op gevoel – wat in de praktijk gewoonweg fijner werkt dan telkens zoeken.
De streep op de 5-toets is speciaal handig voor mensen die veel met het numeriek toetsenbord werken — denk aan accountants bij Rabobank of baliepersoneel aan het station. Het is de referentie voor je middelvinger en voorkomt onnodig tikfouten. Handig detail toch?
Vrijwel elk toetsenbord (QWERTY, QWERTZ, AZERTY — welke variant we hier in Nederland ook gebruiken) heeft deze kleine, ergonomische standaard toegepast sinds de jaren ’70. Je staat er niet bij stil, maar dit detail maakt voor dagelijks gebruik echt verschil.
Waar komen de streepjes bij F, J en 5 eigenlijk vandaan?
Regelmatig hoor je dat deze innovatie wordt toegeschreven aan Junio E. Botich, die in 2002 een patent vastlegde voor aangepaste toetsen met betere grip. Toch klopt dat verhaal niet helemaal: hij stelde destijds juist de A- en puntkomma-toets voor, met een opstaande rand in plaats van een lijn. De streepjes op F, J en 5 zijn dus al veel ouder — hun oorsprong ligt midden in de vorige eeuw.
Een duidelijke uitvinder van het idee is nooit aangewezen, net zoals bij de eerste typemachines, waar jarenlang aan werd gesleuteld in diverse Europese en Amerikaanse werkplaatsen. Naarmate blind typen (“tikken op gevoel”) de standaard werd, groeide de behoefte aan fysieke markeringen op de toetsen. Inmiddels is dit zo gewoon geworden dat we er soms simpelweg overheen typen.
Met de opkomst van computers nam IBM halverwege de jaren ‘70 het voortouw. De iconische IBM Model F en latere Model M-toetsenborden uit de jaren ‘80 (bij oudere IT’ers nog steeds geliefd!) hadden als een van de eersten duidelijk voelbare strepen op F en J. Sindsdien volgden vrijwel alle merkfabrikanten deze standaard — van het vertrouwde Logitech-model op kantoor tot het MacBook-toetsenbord waar veel freelancers in Utrecht nu op werken.
Een praktisch detail, geboren uit de tijd dat blind typen een onmisbare skill was, maar nog altijd relevant voor iedereen die dagelijks zijn toetsenbord aanspreekt — of je nou thuiskantoor houdt in Groningen, een factuur uitwerkt of gewoon een Whatsappje tikt.