Het lijkt zo simpel — even een dweil over de grond en klaar, toch? Maar wie echt blinkende vloeren wil in 2025, weet: goed dweilen is bijna een kleine wetenschap. De klassieke dweil, of nou ja, ‘vloerdoek’ zeggen we hier in Rotterdam vaak, hoort standaard in het schoonmaakarsenaal van elk huis of kantoor. Toch draait het niet alleen om wat heen-en-weer bewegen. Met de juiste aanpak bespaart u tijd én krijgt uw vloer die frisse uitstraling van een Amsterdams boutique hotel.
Dat beaamt het team van het platform Mijn Zoete Thuis: “De dweil is onmisbaar voor het schoonhouden van vloeren – niet alleen het zichtbare vuil, maar óók stof en fijne deeltjes pakt u ermee mee.” Dankzij de lange steel en het absorberende materiaal is de dweil een praktische, maar vaak onderschatte hulp voor hygiëne thuis. eerlijk? Een goede techniek scheelt écht.
Hieronder vindt u een praktisch vierstappenplan voor het perfecte resultaat. Want een schoon huis begint bij de basis – de vloer!
De vier belangrijkste stappen voor een glimmende vloer
Volgens producent Rubbermaid (hun microvezelproducten zijn trouwens makkelijk verkrijgbaar bij Blokker en bol.nl) is het water waarin je de vloer dweilt, zó vies na een paar vierkante meter. Dan reinig je eigenlijk met afvalwater – zonde! Dus, hoe pakt u het slim aan en voorkomt u verspreiding van viezigheid in huis?
- Gebruik twee emmers: Één met schoon sop, één voor uitspoelen. Zo voorkomt u dat vuil continue in het schone water terechtkomt. Simpel én effectief.
- Altijd uitspoelen voor het sop in: Dweil eerst goed uit in de uitspoel-emmer en pas daarna in het schone sop dopen. De viezigheid blijft zo uit uw schoonmaakmiddel.
- Ververs het water zodra het troebel oogt: Veel mensen wachten te lang — maar zodra u merkt dat het water een kleurtje krijgt, is het tijd voor verse sop. Scheelt bacteriën en nare luchtjes.
- Stofzuigen of vegen voor het dweilen: Even de vloer droog reinigen vóór het natte werk — zo blijft uw sop daadwerkelijk schoon en hoeft u minder vaak te wisselen van water.
Zelf gebruik ik trouwens altijd een droge microvezelkop om nog snel kruimels en hondenspeelgoed op te vegen — werkt als een trein en echt Hollands efficiënt.
Zo blijft uw dweil het langst fris (en werkt hij nog steeds top)
Het geheim van een lang leven voor uw dweil? Klein onderhoud! Was na elke beurt de stroken met wat water en allesreiniger – dat voorkomt niet alleen vreemde geurtjes, maar verwijdert ook vet en oude zeepresten.
Droog uw dweil volledig voordat u ‘m opbergt. In een vochtige kelder in Utrecht groeit zo schimmel voor u het weet. Hang de dweil het liefst op een droge, luchtige plek – bijvoorbeeld op het balkon (als de meeuwen niet net vliegen).
Ziet u dat de stroken slijten, pluizen of scheuren? Dan is het tijd om te vervangen. Advies van Mijn Zoete Thuis: elke 3 tot 6 maanden, afhankelijk van intensiteit van gebruik. Een versleten dweil reinigt niet goed meer: dat merkt u meteen als het resultaat achterblijft.
Tip als afsluiter: voor hardnekkig vet op tegels werkt heet water beter, maar wees voorzichtig met houten vloeren — daar liever koud water, anders zwelt uw fraaie parket zomaar op. Zelf heb ik eens een eikenhouten vloer (by Dijkstra Hout trouwens) verpest door te heet te dweilen… Dat doet een mens maar één keer.